Ronduit schokkend vindt Tiny Zandbergen de conclusies in het rapport Bouwen zonder Bijsmaak. Lees verder inbreng in raad.
Inbreng GroenLinks Raad 8 februari 2006 over rapport “Bouwen zonder bijsmaak”
Na 2 jaar van onderzoek ligt hier het rapport “Bouwen zonder bijsmaak”.
Allereerst wil ik een compliment geven aan de leden van de onderzoekscommissie. Zij hebben op uiterst zorgvuldige wijze en naar beste kunnen een zeer moeilijke klus gedaan en een gedegen rapport tot stand gebracht. Onze complimenten hiervoor.
In tegenstelling met wat de eerste krantenberichten deden vermoeden -een beetje de tendens van het valt allemaal wel mee-, is de fractie van GroenLinks geschrokken van de duidelijke conclusies die in dit rapport worden getrokken. Wij vinden deze conclusies ronduit schokkend voor de gemeentelijke organisatie en voor de bestuurders
Er is in dit rapport vooral onderzoek gedaan naar het aanbestedingsbeleid van de gemeente in zijn algemeenheid en specifiek bij de Twuijverhoek. Hoe en op welke manier is de keuze voor bouwers en ontwikkelaars tot stand gekomen?
Daarnaast is onderzoek gedaan naar integer gedrag en handelen van college en ambtenaren.
Wat is geconcludeerd dat wij zo schokkend vinden?
Over het aanbestedingsbeleid wordt geconstateerd dat:
- Er sprake is van het niet uitvoeren van afgesproken beleid. Het beleid dat door de Raad was vastgesteld werd simpelweg niet uitgevoerd. Het meest duidelijke voorbeeld hiervan is de ex-gemeentesecretaris die op eigen houtje een marktpartij heeft geselecteerd.
- Door het niet uitvoeren van afgesproken beleid was het mogelijk dat jarenlang tegen de regels in enkelvoudig werd aanbesteed in plaats van de verplichte meervoudige. (in bijna 80% van de gevallen).
- Dossiers werden zo slecht vastgelegd dat controle onmogelijk bleek en het onderzoek door de commissie ernstig is belemmerd.
- Van 34% van de opdrachten ontbreken zelfs alle gegevens; het is niet meer te achterhalen wie de werken heeft uitgevoerd, er bestaat dus geen rechtsgeldigheid, laat staan dat financiële verantwoording kan worden gevraagd.
En dan ben ik niet volledig.
Wat willen deze schokkende constateringen zeggen over integer handelen?
- Door de commissie is geconcludeerd
dat er is veelvuldig sprake van ongewenst gedrag. Het college en de ambtelijke top is ernstig tekort geschoten en in gebreke gebleven. (Dit betreft de ex-gemeentesecretaris, diensthoofden en afdelingshoofden, collegeleden en zelfs firma's die voor de gemeente Langedijk werkten). - Er is sprake van niet integer handelen, de schijn van openstaan voor gunsten van derden en verwijtbaar gedrag
- Schending van integriteit niet kan worden uitgesloten
- Pas in een 2e verhoor wordt toegegeven dat niet volgens de regels was gehandeld omdat men in de overtuiging verkeerde dat wèl volgens de geldende cultuur werd gehandeld. Men werd er immers niet op aangesproken.
Het beeld ontstaat van een organisatie die niet werd aangestuurd en gecontroleerd Er waren wel controle-instrumenten, zij werden echter niet gebruikt.
Men moest bijvoorbeeld wel halfjaarlijkse overzichten maken van aanbestedingen die afwijkend waren: maar men deed het gewoon niet. En er werd ook niet naar gevraagd. Zowel niet door de direct leidinggevende, als door het college.
Men had wel afspraken over het aannemen van geschenken, maar men voelde zich niet gehouden om dit ook te melden.
Kortom: door het ontbreken van aansturing en controle kon een ieder naar eigen goeddunken zijn/haar gang gaan.
3.Schokkend vinden wij ook dat na de bouwfraude en de publiciteit daarover er in de cultuur van de organisatie weinig is veranderd.
4.Schokkend vinden wij dat een sektorhoofd grondgebiedszaken er nog steeds blijkt van geeft niet te begijpen dat hij niet behoort in te gaan op uitnodigingen van een belanghebbend bouwer en al helemaal niet tijdens een selectoeproces. Ook wethouder De Graaf en wethouder Swager lijken die mening toegedaan. Wij horen graag van beide wethouders of zij dat zelfs nu nog vinden.
5.Schokkend vinden wij ook de conclusie dat het college de raad vitale informatie heeft onthouden naar aanleiding van de motie van de ChristenUnie
Het collge heeft de raad onmogelijk gemaakt een oordeel te vormen.
Voor GroenLinks zijn met name de volgende twee punten van belang: het beeld van een organisatie die niet wordt aangestuurd -en daardoor handelt naar eigen goeddunken- en het integer handelen van de mensen daarin.
Ik heb heden uw reactie ontvangen. Wat ik betreur is dat uw reactie op zo'n laat tijdstip komt. Dit komt een zorvuldige behandeling niet ten goede. Ik ben nog niet in de gelegenheid geweest hier goed naar te kijken en zal daarom bij behandeling in 2e termijn volgende week hierop terugkomen.
We hadden voor u al een aantal vragen voorbereid waarop wij graag van u als college, als bestuursverantwoordelijke, een antwoord willen zien.
Deze vragen zijn:
1.Welke maatregelen heeft het college inmiddels getroffen naar aanleiding van het raadsbesluit van vorig jaar een enquete in te stellen?
2.Neemt het college de conclusies en aanbevelingen van het rapport over? Zo nee, welke niet en waarom?
3.En welke maatregelen gaat zij nog nemen naar aanleiding van het voorliggende rapport?
(En dan heb ik het over bestuursmaatregelen op het gebied van aansturing, toezicht en controle, integer handelen, rapportages e.d. )
Ik wil graag een laatste opmerking maken over het begrip integriteit.
In sommige conclusies wordt door de onderzoekscommissie een uitspraak gedaan over integriteit van een persoon.
Wij willen als GroenLinks geen uitspraken doen over personen, dat kunnen we niet, dat willen we niet. Naar onze mening is daar ook geen onderzoek gedaan.
Waar het in dit onderzoek wel om gaat is dat een oordeel is gegeven over al dan niet integer handelen, over het al dan niet onwenselijk zijn van handelen.
Daarmee kan het bestuur en de organisatie worden beoordeeld en verbeterd; waardoor ongewenst gedrag en handelen in de toekomst kan worden voorkomen.
Tot slot:
Bestuurders en ambtenaren hebben nadrukkelijk een voorbeeldfunctie. Wat voor ons helder is dat niet integer bestuur leidt tot vermindering van vertrouwen van de burger in bestuurders. En uiteindelijk tot vermindering van vertrouwen in de democratie. Een uiterst serieus risico.
Voor GroenLinks wil dit zeggen dat het vinden van oplossingen van de nu geconstateerde misstanden mede van belang is voor het functioneren van de democratie.
Ons uiteindelijke beoordeling zal ook afhangen van de bereidheid tot het nemen van verantwoordelijkheid voor deze misstanden.